De geschiedenis van de toren

OL8A6945 kopie

De kerk en de toren dragen de naam van Pastoor Jeroen, die zich rond 851 in Noordwijk vestigde. Hij stichtte hier een kapel.
De Nederlandse kust werd in die tijd regelmatig bezocht door de Vikingen, die de pastoor gevangen namen en doden. In 856 werd Jeroen gevangengenomen en aan de Noormannen overgeleverd. Hij moest het geloof afzweren en offeren aan de goden van de Noormannen. Hij werd gemarteld en ter dood gebracht. De aan Pastoor Jeroen toegedichte wonderen zijn van belang voor zijn heiligverklaring. 

Jeroenskerk werd bedevaartsoord

Aan het begin van de 13e eeuw werd een vrijstaande toren toegevoegd (2 geledingen, hoogte 13 m). Na 1303 voegde men nog 3 geledingen toe (21 meter). Toen kreeg de toren de huidige hoogte (inclusief spits 40 meter). In de bovenste geleding bevinden zich spitse driepasnissen. In de 13e (of begin 14e) eeuw werd het schip met bakstenen bekleed en door verlenging verbonden met de toren. Kort na 1311 vond men in de kerk een schedel. Men was er van overtuigd dat dit de schedel van Jeroen was. Volgens de overlevering begonnen de klokken spontaan te luiden en genas een man op wonderbaarlijke wijze. Pelgrims begonnen toe te stromen. In 1429 kreeg Noordwijk van de bisschop van Utrecht de status bedevaartsoord.

Oudste monument uit 1450

Na de grote brand van 1450 vonden er werkzaamheden aan de kerk plaats. Bij deze brand werd de toren gespaard en deze is hierdoor het oudste monument van Noordwijk. Dankzij inkomsten uit de bedevaart kon een grote kruiskerk worden gebouwd. De zijbeuken werden aan weerskanten van de toren doorgetrokken. In 1573 ging de kerk over van katholiek naar hervormd. De toren vertoont roman gotische details. Hij is negen meter breed, 40 meter hoog en bevat een wenteltrap met 110 hoge treden.

Sinds 1798 is de toren in eigendom van de gemeente. Dit op last van de Franse bezetter, die kerktorens gebruikte voor communicatiedoeleinden. In 1860 werd in Noordwijk het huis van bewaring aan de Voorstraat gebouwd. Tot die tijd werden de gevangenen opgesloten in de twee cellen, die zich op de eerste verdieping in de toren bevinden. Ook bevat de 40 meter hoge toren twee luidklokken. De grootste weegt 820 kg en is door Petrus Hemony in 1677 gegoten. De kleine luidklok stamt uit ca. 1952 en is vervaardigd door klokkengieterij Eijsbouts te Asten. Verder nog 2 klokken, ook uit ca. 1952 van Eijsbouts. In de toren bevindt zich ook een kleine klok van Johannes Ouderogge uit 1690, maar deze is op de tweede verdieping in een aparte klokkenstoel te bewonderen. In 2012 zijn vier nieuwe klokken in gebruik genomen, eveneens gegoten door Eijsbouts. Het uit 1912 stammende uurwerk werd in 2011/2012 gerestaureerd.

Restauraties

In de loop der jaren hebben naast vele onderhoudswerkzaamheden diverse restauraties plaatsgevonden. In de periode 1961-’62 werd het voegwerk van de muren vrijwel geheel vernieuwd. In de periode 1925-’26 werd o.l.v. architect Kok een restauratieplan uitgevoerd.
Daarbij werd o.a. de klokkenstoel verplaatst. Het uurwerk naar de bovenste zolder; de klokkenstoel naar de verdieping eronder. Ook in de periode van 1970-’75 werden restauratiewerkzaamheden verricht. Begin 2015 is een start gemaakt met de intensieve restauratie van de binnen- zowel als de buitenkant van de toren. Deze werd uitgevoerd door de fa. Schakel en Schrale. Op 22 september 2015 werd officieel de toren weer geopend.

 

 

Nieuws

€ 1.725 voor de Voedselbank Noordwijk - In december 2016 heeft de Torenklimgroep weer twee interessante beklimmingen georganiseerd.